Beschrijving
Huis en haard. Het is een andere uitdrukking voor ‘thuis’, de plaats waar wij wonen en ons letterlijk thuis voelen. Onze bezigheden in en rond huis verschillen hemelsbreed van die van mensen vroeger. Hoe zag hun huis en haard eruit? Wat deden zij zoal en wat weten wij daarover uit archeologisch onderzoek? Tot aan de Romeinse tijd leefden mensen in onze streken in kleine gemeenschappen van een of enkele huishoudens die grotendeels zelfvoorzienend waren. Mensen deden bijna alles zelf, van het bouwen van huizen tot het maken van kleding en het bereiden van voedsel. Vanaf de Romeinse tijd veranderde dit en ontstonden gediferentieerde maatschappijstructuren. Boeren, ambachtslieden, kooplui, mensen van adel en de geestelijkheid hadden allemaal een eigen rol met de bijbehorende dagelijkse gewoonten en gebruiken.
Het onderzoek naar een huis en het bijbehorende erf begint met het bestuderen van opgravingsgegevens. Mensen gebruikten vroeger echter veel organische grondstof en, zoals hout, been, gewei, huiden, en die blijven niet altijd bewaard. Dankzij nieuwe onderzoeksmethoden en archeologische experimenten komt steeds meer waardevolle informatie beschikbaar over hoe mensen woonden, leefden en werkten. Vanaf de Romeinse tijd zijn er ook historische bronnen, geschreven door de mensen uit die tijd zelf.
Huis en haard. Archeologie van het dagelijks leven geeft nieuwe inzichten in het dagelijkse bestaan van de Vlaardingers in het neolithicum, de terpbewoners in de ijzertijd en Romeinse tijd, en de ambachtslieden in laatmiddeleeuwse steden. Deze laten zien dat zij veelzijdig en innovatief waren en met weinig middelen een bestaan wisten op te bouwen.